Naar inhoud springen

Regering-Peeters II

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Regering-Peeters II
Vlag van Vlaanderen Vlaamse Regering
Regering-Peeters II
Coalitie CD&V
sp.a
N-VA
Zetels 67 op 124 (7 juni 2009)
Minister-president Kris Peeters
Start 13 juli 2009
Einde 25 juli 2014
Voorganger Peeters I
Opvolger Bourgeois
Portaal  Portaalicoon   België
Politiek

De regering-Peeters II (13 juli 2009 - 25 juli 2014) is een voormalige Vlaamse regering. Ze werd gevormd na de Vlaamse verkiezingen van 2009. De regering was een coalitie van de christendemocratische partij CD&V, de sociaaldemocratische partij sp.a en de conservatieve Vlaams-nationalistische partij N-VA. Kris Peeters (CD&V) volgde zichzelf op als Vlaams minister-president, het ambt dat hij sinds 2007 bekleedde in de regering-Peeters I. De regering-Peeters II bleef aan de macht tot na de Vlaamse verkiezingen van 2014 en werd opgevolgd door de regering-Bourgeois.

Nederlands-Vlaamse regeringstop
Ministers-presidenten Mark Rutte en Kris Peeters staan de pers te woord aan het begin van de handelsmissie in Texas.
Ontmoeting tussen Vlaams minister-president Kris Peeters en Indiase minister van Handel Anand Sharma.
De Nederlandse en Vlaamse Regering op bezoek aan de bouwloactie van de Koning Willem-Alexandertunnel bij de A2.

Voorgeschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]
Zetelverdeling Vlaams Parlement 2009-2014
31
21
21
19
16
8
7
1
31 21 21 19 16 
De 124 zetels zijn als volgt verdeeld:

De verkiezingsuitslag van 7 juni 2009 legde de bal in het kamp van de CD&V, de grootste partij. Aftredend minister-president Kris Peeters werd formateur en startte onderhandelingen met N-VA, sp.a en Open Vld. Een formule met zowel drie als vier partijen behoorde tot de mogelijkheden. Uiteindelijk viel Open Vld uit de boot, op aandringen van Bart De Wever en Caroline Gennez. Op 9 juli 2009 kwam er consensus over het regeerakkoord met de titel 'Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden'. Op 10 juli werd het regeerakkoord voorgesteld op een persconferentie.

Op 10 en 11 juli 2009 raakten de ministerportefeuilles bekend. Grote verrassing was de afwezigheid van Frank Vandenbroucke, de voormalige minister van Onderwijs voor sp.a. Twee nieuwe ministers kwamen van buiten de politiek: Ingrid Lieten was directeur-generaal bij De Lijn en Philippe Muyters was bestuurder bij VOKA. Jan Peumans werd ook vaak genoemd als een mogelijke minister voor de N-VA, maar hij kreeg het voorzitterschap van het Vlaams Parlement. De eedaflegging van de ministers en de regeerverklaring vonden plaats op 13 juli 2009.

Sinds begin augustus 2009 viel het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening onder drie ministers: Muyters (Ruimtelijke Ordening), Van den Bossche (Wonen) en Bourgeois (Onroerend Erfgoed).

Beleid en maatregelen

[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks het geleverde werk werd deze regering door veel experten als een transitregering of erger als een stilstandregering beschouwd. De samenwerking tussen de CD&V, N-VA en sp.a draaiden niet altijd soepel. Toch bleven de relaties tussen de ministers relatief hartelijk. De regering kwam ook nooit in de problemen in het parlement. De druk op de samenwerking werd wel verhoogd na de federale verkiezingen van 2010. N-VA werd toen de grootste partij. Hierdoor begon de partij zich steeds meer als leider te gedragen en legde ze flink rechtsere accenten.[1]

Enkele grotere maatregelen zijn als volgt:

  • Welzijn, zorg en gezin
    • Decreet kinderopvang: herordent de sector en geeft de commerciële initiatieven subsidies als ze inkomensgebonden tarieven aanrekenen.
    • Decreet pleegzorg: geeft pleeggezin een zeer centrale plaats in alle opvangvormen.
    • Zorg voor personen met een handicap: geeft pleeggezin een zeer centrale plaats in alle opvangvormen. Men zal niet langer instellingen financieren maar personen een budget geven dat zij zelf kunnen aanwenden
    • Oprichting Vlaams actieplan armoedebestrijding en Armoedefonds
  • Binnenlands bestuur
    • De Vlaamse ambtelijke diensten werden met 7 procent afgeslankt, kabinetten tellen minder dan 280 raadgevers en de toplonen werd beperkt zodat niemand nog meer verdient dan de minister-president.
    • Interne Vlaamse staatshervorming: hertekende de provincies in beperkte mate.
    • Nieuw overheidsagentschap voor inburgeringsbeleid en strengere aanpak.
  • Cultuur
  • Mobiliteit
    • Grote investeringen in infrastructuurwerken: honderden kilometer nieuwe fietspaden, rijwegen, spitsstroken en tramlijnen.
  • Onderwijs

Samenstelling

[bewerken | brontekst bewerken]

De regering-Peeters II bestond uit 9 ministers (8 ministers + 1 minister-president). CD&V had 4 ministers (inclusief de minister-president), sp.a 3 en N-VA 2. De samenstelling van de regering veranderde niet tijdens de legislatuur.

Ambtsbekleder Ministerie Partij
Kris Peeters
(1962)
Minister-president CD&V
Minister
Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid
Ingrid Lieten
(1964)
Viceminister-president sp.a
Minister
Overheidsinvesteringen, Innovatie, Media en Armoedebestrijding
Geert Bourgeois
(1951)
Viceminister-president N-VA
Minister
Bestuurszaken, Binnenlandse Bestuur, Inburgering, Toerisme, Onroerend Erfgoed en Vlaamse Rand
Jo Vandeurzen
(1958)
Minister
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
CD&V
Hilde Crevits
(1967)
Minister
Mobiliteit en Openbare Werken
CD&V
Freya Van den Bossche
(1975)
Minister
Wonen en Stedelijke Planning, Energie en Sociale Economie
sp.a
Philippe Muyters
(1961)
Minister
Financiën en Begroting, Werkgelegenheid, Ruimtelijke Ordening en Sport
N-VA
Joke Schauvliege
(1970)
Minister
Leefmilieu en Natuur en Cultuur (Roerend Erfgoed)
CD&V
Pascal Smet
(1967)
Minister
Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brusselse Zaken
sp.a

Situatie Vlaams Parlement

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Vlaams Parlement (samenstelling 2014-2019) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De functie van parlementsvoorzitter maakt deel uit van de te bedelen mandaten. Voor de legislatuur 2009-2014 werd Jan Peumans (N-VA) verkozen als voorzitter van het Vlaamse Parlement. De meerderheid werd gevormd door CD&V, sp.a en N-VA, zij bezaten 66 van de 124 zetels. De oppositie werd gevormd door Vlaams Belang, Open VLD, LDD, Groen en UF. Zij bezaten 58 zetels.